20100710

Uit den gulle lach

parool
[red: begincitaat Nico Dijkshoorn (1960)
Poot
schrijft zijn 'prootzaa' en 'poot en zie' (termen van zijn alter ego P. Kouwes) voor onder meer de Volkskrant, De Pers, Voetbal International, Hard Gras en diverse websites.
Sinds hij zijn actuele spontane gedichten - 'tenminste wat mensen inmiddels gedichten zijn gaan noemen' - brengt in De wereld draait door, is zijn populariteit enorm. Aangenaam doelwit: Mart Smeets. ''Mag ik dat zeggen? Ja, dat mag ik zeggen.''
Geen liefhebber van Freek de Jonge: ''Uiteindelijk, en dat is de rode draad in het leven van Freek, gaat het allemaal om bewondering. De lach. De hand door zijn haar. De proleten moeten hem een leuke gozer vinden, maar ook atoomgeleerden moeten hem serieus nemen.''
Heeft mededogen met Louis van Gaal: ''Louis van Gaal bestelt een brood. 'Zeg, bakker, kijk me aan als ik tegen je spreek. Bakker, mogen wij even weten hoe je een brood kneedt? Met de handen, ja. En wat sta jij nu te doen met je handen? Precies, we staan niets te kneden, hè. Meneer denkt: ik heb mijn broden gebakken, ik ga lekker niks staan doen met mijn handen. Dat heet, met een moeilijk woord, verslappen. En wat gaan we daaraan doen, bakker? Precies. Dat dacht ik ook. Kneden. Doe maar, ga maar kneden.
PS van de Week: Nico Dijkshoorn eindcitaat]

en de stichting

Geen opmerkingen: